Ervaringsverhaal Joris van Duin

De geschiedenis dreigt zich te herhalen voor Joris van Duin (31). Hij was zo’n student Journalistiek die na een stage bij een werkgever bleef plakken zonder af te studeren. In zijn geval als regiocorrespondent Zeeland en Brabant bij de Telegraaf, waar hij zich vastbeet in ‘waan van de dag’-artikelen en grotere achtergrondverhalen over (nieuws)trends in deze provincies. Dat heeft jaren geduurd, totdat hij besloot toch eens zijn diploma te halen. 

Toen dat gelukt was, besloot Joris zijn horizon nog verder te verbreden en schreef hij zich in voor Open Eyes. En net als in zijn tijd aan de FHJ gaat het weer “mis”. Hij weet al tijdens het studiejaar een werkplek te bemachtigen. Dit keer als bureauredacteur bij Omroep Brabant, waar hij tijdens de coronacrisis wordt vrijgesteld van redactionele taken om de achtergronden in te duiken en alles wat hij heeft geleerd bij de vakschool meteen toe te passen in de praktijk.

“Na het afronden van mijn studie in Tilburg wilde ik me meer richten op het doen van research en produceren van verhalen waarbij onderzoeksjournalistiek vereist is. Op een gegeven moment zocht ik toch meer verdieping. Ik dacht dat dit cursusjaar daarbij kon helpen.

Eerst vlieguren maken

Het opzetten van een gestructureerd onderzoek heb ik op de FHJ wel geleerd, maar bij Open Eyes krijg je veel meer handvatten om onderzoek te verrichten. Ik denk ook niet dat je van een HBO-Journalistiekstudent kunt verwachten dat iemand onderzoeksjournalistiek onder de knie heeft. Dat is naar mijn mening niet iets dat je in de schoolbanken moet leren als je twintig jaar oud bent. Je hebt er baat bij om eerst wat vlieguren te maken, om eerst wat praktijkervaring op te doen en te zien hoe het spelletje gespeeld wordt. 

Meer opdrachtgevers vinden

Toen ik aan Open Eyes begon was een van mijn doelen het vinden van meer opdrachtgevers. Ik werkte als freelancer weliswaar nog voor de Telegraaf, maar ik wilde mijn horizon verbreden. Wat mij uit het studiejaar daarbij heel erg geholpen heeft is het vak over de Wet Openbaarheid van bestuur (Wob) van Roger Vleugels. Tijdens die lessen krijg je de opdracht om zelf een Wob-verzoek op te stellen. Door Wob-verzoeken in te dienen, kom je aan veel informatie die tot nieuws kan leiden. Dus toen we op een gegeven moment zelf iets moesten gaan Wobben, dacht ik de opdracht slim te benutten en me te richten op Brabantse onderwerpen. 

‘Laat ik eens gaan wobben’

Aanvankelijk had ik geen flauw benul hoe, tot ik dacht: ‘Hey, wielrennen vind ik interessant. De Ronde van Spanje komt naar Nederland toe. Laat ik eens gaan Wobben wat daarover is besproken en wat daar achter zit’. Zo kwam ik erachter dat Nederland de contractkosten van de Vuelta flink naar beneden had gepraat. Maar er zat meer in, namelijk dat de gemeente Breda niet wilde dat Eindhoven er ook bij betrokken werd.”

Dat verhaal was te klein voor de T., maar wel interessant voor Omroep Brabant. Ook deed Joris in het afgelopen jaar Wob-onderzoek naar stinkbomen. De aanleiding hiervoor zag hij in een bericht over bewoners in Valkenswaard die eisten dat tientallen naar poep ruikende Ginkgo Biloba-bomen werden gekapt. Leuk en aardig, stinkende bomen in een straatje, kun je denken. Maar Joris schreef honderd gemeenten aan met de vraag of zij ooit zulke bomen hadden gerooid. Zo ja, waar, welke klachten er over waren binnengekomen en hoeveel bomen er gekapt zijn. Uiteindelijk becijferde hij dat het rooien van deze bomen de gemeente Tilburg 150.000 euro gemeenschapsgeld heeft gekost en besloot de onderzoeksverhalen te pitchen bij de Omroep.

Realisatiemomentje

“Ik ben gaan mailen, bellen en werd uiteindelijk uitgenodigd om een kop koffie te komen drinken. Ik ging er naartoe met het idee er drie verhalen te slijten. Maar toen schoof er nog een tweede chef aan bij het gesprek en boden ze me ineens een bureauredactiefunctie aan. Het was toen pas dat ik me realiseerde: Hey, dit was verdorie gewoon een sollicitatiegesprek! Blijkbaar stond mijn manier van denken hun wel aan.

De ruimte om eigen verhalen te maken

Even heb ik me achter de oren gekrabd. Ik was gewend om op pad te gaan en om niet achter een bureau te zitten. Maar ik ben toch verder gaan praten. Jongens, dit is allemaal leuk en aardig, gaf ik aan. Maar ik wil niet sec bureauwerk doen en ik wil de ruimte krijgen om wat ik bij Open Eyes heb geleerd verder te kunnen uitbreiden in plaats van de waan van de dag te moeten volgen. We kwamen uit op een compromis. Ik word op de nieuwsredactie ingepland, maar krijg de ruimte om eigen verhalen te maken en daarbij een eigen richting in te slaan.”

Zo kon het zijn dat Joris op 28 februari namens de Telegraaf nog als freelancer verslag deed van de eerste coronabesmetting in Brabant en op 1 maart bezig ging met hetzelfde thema als redacteur bij Omroep Brabant. Binnen anderhalve week was hij degene die de achtergronden indook en op een gegeven moment werd losgekoppeld van het rooster.

Het geleerde meteen in de praktijk brengen 

“Ik sta nu drie maanden boventallig om de coronacrisis te onderzoeken. Bij de Omroep mag ik er als een helikoptertje boven hangen: waar kunnen we wat halen? Wat zijn de interessante verhalen? Ik ben al veel op reportage geweest, heb veel onderzoekjes uitgezet en heb veel goede contacten overgehouden bij de ziekenhuizen. Al redelijk vroeg in de coronacrisis dachten we dat het goed is om te gaan Wobben. Daar had men bij de Omroep nog niet heel veel ervaring mee. Ik kon wat Open Eyes me heeft geleerd meteen in de praktijk brengen.

Een klein goudmijntje

Het wobben, dat gaat echt heel wat opleveren. Het moet uiteraard nog blijken, maar we hebben echt het idee op een klein goudmijntje te zitten. Het is voor de Omroep net wat minder interessant om het ministerie te Wobben. Met een collega koos ik er dan ook voor om op een lager overheidsniveau documenten op te vragen; bij de veiligheidsregio’s, de GGD’s, en de crisisorganisatie binnen de GGD’s (GHOR). Inmiddels hebben we twee series van acht verzoeken gestuurd. Het verslaan van de coronacrisis met veel overuren, en constant ‘aan’ staan is niet goed voor je mentale gesteldheid. Ook niet voor je fysieke. Ik ben total loss. 

Geen feestje

Het opstellen van zo’n Wob-verzoek is niet per se een feestje. Ik heb wel eens zin gehad om de laptop door het raam te smijten. De juridische taal die gebezigd wordt, de ambtelijke meuk waar je doorheen moet, het jezelf telkens afvragen: wat kunnen ze nu weer gaan verzinnen om te voorkomen dat jij bepaalde informatie krijgt die jij wilt hebben? Het is echt een spelletje, een puzzel. Maar als je dan de uitkomsten krijgt en hebt wat je hebben wilt, denk je yes!

‘Men had wel wat beters te doen’

Nu ben ik bezig met de laatste verhalen die we over de coronacrisis schrijven. Althans voorlopig, totdat de antwoorden op mijn eerste trits Wob-verzoeken terugkomen. De tweede lading is pas onlangs de deur uit gegaan, dus daar is het nog een tijdje op wachten. Maar bij het versturen van de eerste verzoeken kregen we niet altijd fijne reacties. Men had wel wat beters te doen. Toch gaf het wel een fijne uitgangspositie. Mede hierdoor kwamen we met de voorzitters van de veiligheidsregio’s in gesprek. heb echt het idee dat die Wob-verzoeken daartoe bij hebben gedragen.

Blijven doorgaan, blijven spitten

Wobben is voor mij absoluut het hoogtepunt van de studie geweest. Wat ik daar nog meer heb geleerd is blijven doorgaan, blijven spitten en meer sprekers voor je verhalen zien te vinden bij zoveel mogelijk instanties. Dat heeft er bij de Omroep toe geleid dat we fijne reconstructieverhalen kunnen schrijven over wat er achter de schermen is gebeurd om de coronacrisis het hoofd te bieden.

De opleiding als vliegwiel

Het afgelopen jaar heeft mij meer inspiratie gegeven om hier echt mee door te gaan, mij bevestigd dat onderzoeksjournalistiek veel en veel leuker is dan alleen maar de waan van de dag te verslaan. In mijn optiek moet je zelf de behoefte hebben om onderzoek te doen. Open Eyes kan dan als vliegwiel dienen door enerzijds tools aan te reiken en het anderzijds direct in de praktijk uit te proberen.

Afstuderen gaat dit keer wel lukken

Doordat ik bij de Omroep meteen zo intensief met de coronacrisis bezig ging, doe ik sinds 1 maart praktisch nog maar heel weinig voor Open Eyes. Aangezien de praktijk altijd de beste leerschool is, heb ik samen met de docenten een soort middenweg gekozen. Mijn cijfers voor mijn opdrachten heb ik wel gehaald, omdat ook de verhalen die gepubliceerd zijn bij de Omroep door de vakschool zijn beoordeeld, je krijgt zelfs een hoger cijfer als je werk gepubliceerd wordt. Zo heb ik voor de vakopleiding toch mijn papiertje kunnen behalen.”

Joris van Duin – Lichting ‘19/’20

 

Wil je net als Joris deelnemen aan het deeltijd studiejaar van Open Eyes, meld je dan hier aan.
Lees hier meer ervaringsverhalen